TAIZÉ

Waarom kunnen wij zeggen dat Jezus ‘voor ons is gestorven’?

 

Wat vanzelfsprekend was in de joodse traditie en in de tijd van het Nieuwe Testament, is moeilijk verstaanbaar in de huidige, sterk individualistische tijd. Geldt vandaag ‘ieder voor zich’ als uitgangspunt, in de tijd van de bijbel werd elk mens beschouwd als vertegenwoordiger van de hele mensheid en zag men de mensheid als een geheel. Niet in abstracte zin, maar als een spirituele werkelijkheid. Dat kunnen wij ons in deze tijd nog maar moeilijk voorstellen.

Toch kennen wij ook in deze tijd ervaringen van wereldwijde solidariteit, van daadwerkelijke gemeenschap, waarbij we ervaren dat de mensheid één is en dat in elke mens een afbeelding van die eenheid tot uitdrukking komt. Denk bijvoorbeeld aan hoe wij innerlijk geraakt worden als iemand zijn leven geeft voor een ander. Of aan vele mensen die niet aarzelen om hun leven voor anderen op het spel te zetten. Of aan mensen die zich helemaal wijden aan dienstbaarheid, alsof hun leven aan anderen toebehoort. Je kunt ook denken aan situaties waarin het lijden van anderen ons zo aangrijpt dat het lijkt alsof wij zelf lijden. Er zijn vele gebeurtenissen waarbij je vermoedt dat de mensheid zich niet beperkt tot zomaar een aantal naast elkaar levende individuen, maar dat zij een eenheid lijkt, waarvan elk mens een vertegenwoordiger is. In deze betekenis sprak frère Roger graag over ‘de mensenfamilie’.

Vanuit dit perspectief belijdt Pilatus, beter dan hij zichzelf bewust is, Jezus op een unieke en absolute manier als de Mens bij uitstek, wanneer hij zegt: “Zie de mens” (Johannes 19:5). Zo’n uitspraak moet je op twee niveaus verstaan. Ten eerste: zie jullie mens, het individu dat jullie naar mij hebben gebracht. En ten tweede: zie hier het beeld van de Mens, zoals de Schepper dat al van eeuwigheid voor zich zag, zie hier de vertegenwoordiger van alle mensen voor Gods aanschijn.

Je kunt de manier waarop God het aanpakt om ons menszijn tot het uiterste te delen niet echt begrijpen, je kunt het waarom van de menswording en het lijden van Christus niet begrijpen, als je Jezus niet erkent als de Zoon van God, die onze broeder werd. Onze broeder en, meer nog, onze vertegenwoordiger bij God – of, nog sterker: de manier waarop ik bijna persoonlijk voor Gods aanschijn sta. Je kunt zeggen dat Hij in onze plaats, voor Gods aanschijn, een leven leeft dat helemaal beantwoordt aan de liefde van zijn Vader, en dat Hij in onze plaats het hoofd biedt aan de vloek van de dood. Maar, paradoxaal genoeg, neemt Hij onze plaats in zonder ons daarvan te verstoten. Integendeel: Hij laat ons onze eigen plaats ten volle innemen.

Door zijn menselijke geboorte, deelt Jezus in mijn leven, om mij te laten delen in het zijne: in zijn aardse bestaan, dat Hij leefde vanuit een volkomen vrijheid en gehoorzaamheid, in de pijn en de overwinning van zijn kruis, en in zijn eeuwig leven. Zijn zelfgave is zo groot, dat Hij de vloek van de dood transformeert in een zegen, voor Hem en voor ons.

Frère Pierre-Yves

Bijgewerkt: 6 oktober 2007