TAIZÉ

2006 Onvoltooide brief van broeder Roger

 
Op 16 augustus, de middag voor zijn dood, riep broeder Roger een andere broeder bij zich en zei: “Schrijf deze woorden zorgvuldig op!” Er viel een lange stilte, waarin hij probeerde om zijn gedachten te formuleren. Toen begon hij: “In zoverre onze gemeenschap mogelijkheden creëert om in de mensenfamilie ruimte te scheppen voor ...” En hij stopte, omdat de vermoeidheid hem ervan weerhield om zijn zin af te maken.

Uit deze woorden blijkt hoeveel geestdrift hij, zelfs op zijn hoge leeftijd, nog in zich had. Wat bedoelde hij met ‘ruimte scheppen’? Hij wilde waarschijnlijk zeggen: er alles aan doen om de liefde waarmee God alle mensen en volkeren zonder uitzondering liefheeft, voor iedereen zichtbaar te maken. Hij hoopte vurig dat dit mysterie in onze bescheiden gemeenschap zou oplichten, door onze manier van leven, door een eenvoudige verbondenheid met anderen. Wij broeders willen deze uitdaging aannemen, samen met allen die, verspreid over deze aarde, zoeken naar vrede.

In de weken die voorafgingen aan zijn dood, was broeder Roger al begonnen met nadenken over de brief die tijdens de ontmoeting in Milaan gepubliceerd zou worden. Hij had enkele onderwerpen aangeduid en sommige van zijn teksten uitgekozen die hij wilde hernemen en bewerken. Wij hebben ze verzameld, zoals ze op dat moment waren, om deze ‘onvoltooide brief’, die in 57 talen vertaald werd, samen te stellen. Zij is als een laatste boodschap van broeder Roger, die ons zal helpen om voort te gaan op de weg waar God ‘ruimte schept voor onze voeten’ (Psalm 18:37).

Wie deze onvoltooide brief gedurende het jaar 2006 overweegt, tijdens de wekelijkse ontmoetingen in Taizé of in andere werelddelen, kan zich afvragen op welke manier hij haar kan voltooien door zijn eigen manier van leven.

broeder Alois

“Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie.” [1] Wat is dat voor een vrede, die God ons geeft?

Het is allereerst een innerlijke vrede, een vrede van het hart. Die vrede helpt ons om met een hoopvolle blik naar deze wereld te kijken, zelfs al wordt die zo vaak verscheurd door geweld en conflicten.

De vrede die God ons geeft, is ook een instrument waarmee wij, in alle bescheidenheid, kunnen bijdragen aan het bevorderen van vrede op plaatsen waar die wordt bedreigd.

Wereldvrede is dringend noodzakelijk om het lijden te verlichten, in het bijzonder opdat de kinderen van vandaag en morgen niet meer in angst en onzekerheid hoeven te leven.

Johannes beschrijft in zijn evangelie, vanuit een plotseling helder aanvoelen, in drie woorden wie God is: “God is liefde.” [2] Als wij slechts deze drie woorden zouden begrijpen, zou ons dat al heel ver brengen.

Wat is het dat ons raakt in deze woorden? Dat is de zekerheid die er uit oplicht: God heeft Christus niet naar de wereld gezonden om wie dan ook te veroordelen, maar opdat ieder mens zich bemind weet en de weg naar gemeenschap met God kan vinden.

Maar waarom worden sommigen gegrepen door de verwondering over deze liefde en weten zij zich bemind of zelfs vervuld, en hebben anderen de indruk dat ze tekort komen?

Als iedereen het maar zou begrijpen: God vergezelt ons tot in onze diepste eenzaamheid. Hij zegt tot ieder mens: “Jij bent kostbaar in mijn ogen en waardevol; Ik houd van je.” [3] Ja, God kan niet anders dan zijn liefde geven, dat is de samenvatting van heel het evangelie.

Zijn onbegrensde barmhartigheid in alle eenvoud aannemen, dát is het wat God van ons vraagt en waartoe Hij ons ook in staat stelt.

Het feit dat God ons liefheeft, is soms moeilijk te begrijpen. Maar het besef dat zijn liefde bovenal bestaat uit vergeving, stelt ons hart gerust en vormt het zelfs om.

Zo kunnen we, in God, loslaten wat ons hart bezwaart. Daarin ligt de bron waaruit we steeds weer nieuwe kracht kunnen putten.

Beseffen we dat wel genoeg? Gods vertrouwen in ons is zo groot dat Hij ieder van ons roept. Wat houdt die roeping in? Hij nodigt ons uit om lief te hebben, zoals Hij liefheeft. En liefde kan niet dieper reiken dan dat je jezelf geeft voor God en anderen.

Wie leeft vanuit God, kiest ervoor om lief te hebben. En een hart dat vastbesloten is om lief te hebben, kan onbegrensd goedheid verspreiden. [4]

Wie probeert lief te hebben vanuit vertrouwen, vindt zijn leven vervuld met verstilde pracht.

Wie ervoor kiest om lief te hebben en dat uit te stralen in zijn leven, stelt zichzelf één van de moeilijkste vragen die er bestaan: hoe kan ik de pijn en het leed van mensen ver weg en dicht bij verlichten?

Maar wat betekent het om lief te hebben? Is dat delen in het lijden van hen die het slechtst worden behandeld? Ja, dat is het.

Betekent het dat je een onbegrensde goedheid van hart bezit en jezelf belangeloos vergeet ten behoeve van anderen? Jazeker.

En nog eens: wat betekent het om lief te hebben? Liefhebben, dat is vergeven, leven vanuit verzoening. [5] En verzoening, dat is altijd als een lente voor de ziel.

In het kleine bergdorp waar ik geboren ben, woonde vlak bij ons huis een groot gezin. Ze waren heel arm. De moeder was overleden. Eén van de kinderen – hij was iets jonger dan ikzelf – kwam vaak bij ons. Hij hield van mijn moeder alsof ze zijn eigen moeder was. Op een dag vertelden ze hem dat ze het dorp zouden verlaten. Dit vertrek was voor hem heel moeilijk. Hoe moet je een kind van vijf of zes jaar oud troosten? Het was alsof hij niet het perspectief bezat dat nodig was om zo’n scheiding te kunnen plaatsen.

Kort voor zijn dood, verzekert Christus de zijnen ervan dat ze getroost zullen worden: Hij zal hen de heilige Geest zenden. Die zal voor hen een steun en trooster zijn. En Hij zal altijd bij hen blijven. [6]

Ook vandaag nog fluistert Hij in ieders hart: “Ik laat je nooit alleen, Ik zend je de heilige Geest. Zelfs als je in diepe wanhoop verkeert, blijf Ik dicht bij je.”

De troost van de heilige Geest ontvangen, betekent dat wij proberen onszelf in stilte en vrede aan Hem over te geven. Als ons dan ernstige dingen overkomen, is het mogelijk dat wij die kunnen overstijgen.

Zijn wij dan zo kwetsbaar dat we troost nodig hebben?

Het kan een ieder van ons overkomen dat we diep geschokt worden door een persoonlijke beproeving of het lijden van anderen. Dit kan zo ver gaan dat het ons geloof aan het wankelen brengt en onze hoop uitdooft. Om het vertrouwen van het geloof en de vrede in ons hart weer terug te vinden, is het soms nodig dat we geduld hebben met onszelf.

Er is een leed dat buitengewoon diepe sporen achterlaat: dat van de dood van iemand die ons lief is, iemand die we misschien nodig hadden om onze weg voort te zetten op aarde. Maar het kan dat zo’n beproeving omgevormd wordt en ons zo opent voor een gemeenschap.

Aan iemand die extreem leed ondervindt, kan hernieuwde vreugde vanuit het evangelie worden gegeven. God brengt licht in het mysterie van het menselijk lijden en gaat hierin zo ver dat Hij ons welkom heet in de intimiteit van zijn nabijheid.

Zo zijn we op een weg van hoop gezet. God laat ons niet alleen. Hij neemt ons mee op weg naar een gemeenschap, naar die gemeenschap van liefde die de Kerk is, zo ondoorgrondelijk en tegelijk zo onmisbaar...

De Christus van gemeenschap [7] geeft ons dit immense geschenk van troost.

In de mate waarin de Kerk in staat is om vergeving en mededogen over te brengen en daarmee bij te dragen aan de genezing van het hart, in die mate maakt ze de gemeenschap met Christus in alle volheid, toegankelijker.

Wanneer de Kerk aandachtig en zorgvuldig is in het liefhebben en in het verstaan van het mysterie van elke mens, wanneer zij onvermoeibaar luistert, troost en geneest, dan openbaart zich het licht van haar diepste wezen: zij wordt een heldere afspiegeling van gemeenschap.

Verzoening en vrede zoeken betekent een strijd in jezelf. Het is niet de weg van de minste weerstand. Niets wat duurzaamheid heeft, wordt gemakkelijk opgebouwd. De geest van gemeenschap is niet iets naïefs, het is een verruimen van je hart, een diepgaande welwillendheid die niet luistert naar verdachtmakingen.

Gaan wij, om dragers van gemeenschap te zijn – ieder van ons in ons eigen leven – verder op de weg van vertrouwen en goedheid van hart die zich altijd weer vernieuwt?

Op die weg zullen soms tegenslagen zijn. Laten we onszelf er dan aan herinneren dat de bron van vrede en gemeenschap in God ligt. In plaats van ons te laten ontmoedigen, roepen wij tot de heilige Geest om hulp in onze kwetsbaarheden.

En ons leven lang stelt de heilige Geest ons in staat om steeds weer op weg te gaan, van begin naar begin, een toekomst van vrede tegemoet. [8]

In zoverre onze gemeenschap mogelijkheden creeert om in de mensenfamilie ruimte te scheppen voor ...

Bijgewerkt: 15 december 2005

Opmerkingen

[1Johannes 14:27

[21 Johannes 4:8

[3Jesaja 43:4

[4Bij de opening van het jongerenconcilie in 1974, zei broeder Roger: “Wat is de waarde van ons bestaan, zonder liefde? Waarom zouden we dan nog leven? Met welk doel? Dit is de zin van ons leven: ons voor altijd en tot in eeuwigheid bemind weten, opdat wij op onze beurt zouden willen sterven aan de liefde. Ja, gelukkig wie sterft aan de liefde.” Sterven aan de liefde betekende voor hem: liefhebben tot het uiterste.

[5‘Leven vanuit verzoening’: in zijn boek Voorvoeld Geluk, dat twee weken voor zijn dood verscheen, legde broeder Roger nog eens uit wat deze woorden voor hem betekenden: “Hierbij wil ik nog eens benadrukken dat mijn grootmoeder van moederskant intuïtief een soort sleutel ontdekte voor de roeping tot oecumene en dat zij voor mij de weg heeft ontsloten om die roeping in de praktijk te brengen. Na de Eerste Wereldoorlog hoopte ze vurig dat niemand meer zou hoeven door te maken wat zij had doorgemaakt: ze was van mening dat op z’n minst de christenen die een gewapende strijd hadden gevoerd in Europa, zich met elkaar moesten verzoenen, in een poging om een nieuwe oorlog te verhinderen. Ze kwam uit een van oudsher protestantse familie, maar bracht in zichzelf verzoening tot stand, doordat ze naar de katholieke kerk begon te gaan, zonder demonstratief te breken met haar familie. Geraakt door het getuigenis dat haar leven was, heb ik, in haar voetspoor, al op jonge leeftijd mijn eigen christelijke identiteit gevonden: ik bracht in mijzelf een verzoening tot stand tussen het geloof van mijn wortels en het mysterie van het katholieke geloof, zonder de verbondenheid met wie dan ook te verbreken.”

[6Johannes 14:18 en 16:7

[7De ‘Christus van gemeenschap’: broeder Roger gebruikte deze uitdrukking al toen hij paus Johannes Paulus II in Taizé ontving op 5 oktober 1986: “Waar mijn broeders en ik elke dag weer naar verlangen is dat elke jongere Christus ontdekt; niet Christus op zichzelf genomen, maar de ‘Christus van gemeenschap’, in alle volheid aanwezig in het mysterie van gemeenschap dat zijn Lichaam is, de Kerk. Daar vinden zoveel jongeren datgene waarvoor ze hun hele leven willen inzetten, tot het uiterste toe. Daar hebben ze alles wat nodig is om scheppers van vertrouwen en verzoening te worden, niet alleen onderling, maar met alle generaties, van de oudsten tot de kinderen. In onze gemeenschap van Taizé is het volgen van de ‘Christus van gemeenschap’ als een vuur dat ons verteert. Wij zouden tot het einde van de wereld willen gaan om wegen te zoeken, om te vragen, te roepen, te smeken als dat moet, maar altijd van binnenuit deze unieke gemeenschap die de Kerk is, nooit van buitenaf.”

[8Deze vier laatste paragrafen bevatten de woorden die broeder Roger sprak aan het slot van de Europese ontmoeting in Lissabon in december 2004. Het zijn de laatste woorden die hij in het openbaar sprak.